-
1 crime
crime [kriem]〈m.〉2 moord♦voorbeelden:1 c'est un crime d'avoir abattu ces beaux arbres • het is een schande dat die mooie bomen omgehakt zijnfaire un crime de qc. à qn. • iemand iets ernstig aanrekenencrime contre les moeurs • zedenmisdrijfcrime passionnel • opwellingsmisdaad, crime passionnelm1) misdaad2) moord -
2 forfait
forfait [forfe]〈m.〉1 vast bedrag ⇒ vaste prijs, vaste som5 skipas♦voorbeelden:travail à forfait • akkoordwerkà forfait • voor een vast bedrag¶ déclarer forfait • verstek laten gaan, niet deelnemen
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский